In ons vakgebied gaat het vaak om het oplossen van mobiliteitsproblemen. Deze problemen worden gespot door gebruikers, de autoriteiten gaan op zoek naar een oplossing en wij adviseurs doen onderzoek en komen met onze adviezen.
Tussen alle problemen, springt één probleem er met kop en schouders bovenuit: ‘De file’. Want welk ander mobiliteitsprobleem mag op zoveel aandacht rekenen als files. Radio-uitzendingen worden ieder kwartier onderbroken om de files te melden, de voorpagina van nu.nl start ermee en kranten melden bij het weerbericht de filevoorspellingen ‘ochtendspits’ en ‘avondspits’. Niet verwonderlijk dus dat ook onze overheid er veel aandacht aan geeft en heel veel geld besteed om het fileprobleem op te lossen. Maar is dat wel terecht?
Het KiM deed onlangs onderzoek en daaruit blijkt dat maar een klein deel van de Nederlanders (15%) regelmatig in de file staat. Niet verwonderlijk dus dat de meeste Nederlanders de files maar een beperkt maatschappelijk probleem vinden. Luchtverontreiniging, lawaai, veiligheid en agresssie scoren hoger als probleem.
Daarnaast is het fileprobleem relatief makkelijk op te lossen, want een file bestaat grotendeels uit lege stoelen. Als een kwart van de filerijders bij elkaar in de auto stapt zijn de files zo opgelost. Blijkbaar vinden de filerijders dat minder aantrekkelijk dan in de file staan. Zo erg is het in de file staan dus ook weer niet….. Als het Rijk echt wat wil doen aan de files dan volstaat een simpele maatregel waarbij tijdens de spits alleen auto’s met minimaal twee inzittenden op het netwerk worden toegelaten.
Het file-probleem, is dus feitelijk maar een klein en acceptabel probleempje voor een beperkte groep mensen en makkelijk oplosbaar. Het is dan ook ergerlijk dat er vele miljarden door het Rijk besteed worden om dit ‘probleem’ op te lossen met extra infrastructuur. Geld dat niet effectief besteed wordt, want de files worden er eerder meer, dan minder door. Geld dat niet besteed kan worden aan het oplossen van andere problemen. Zoals bijvoorbeeld vervoersarmoede onder groepen met een laag inkomen, beperking of laaggeletterdheid die geen beschikking hebben over een eigen auto. Zij zijn aangewezen op collectieve voorzieningen die op geen enkele wijze in de buurt komen van de mogelijkheden waarover filerijders beschikken. Tijd dus om om te denken: minder aandacht voor de files en meer voor vervoersarmoede en andere serieuze problemen in ons mobiliteitssysteem.
‘Strategieën wil ik tactisch en praktisch overbrengen. Ik bijt me vooral vast in verkeer- en vervoersprocessen waarbij een verscheidenheid van belangen en belanghebbenden in het geding zijn. Als teamspeler draag ik actief bij aan oplossingen en sta ik open voor ideeën van anderen.’