Maandag 20 april 2020, publiceerde het KIM haar onderzoek naar de gevolgen van de coronacrisis op onze mobiliteit. En wat blijkt – naast veel andere effecten – dat we relatief meer zijn gaan lopen en dat de gemiddelde loop- en fietsafstanden zijn gestegen.
De stijging van het lopen komt met name doordat men vaker een blokje om loopt. En als je buiten om je heen kijkt, dan kun je dat met eigen ogen zien. Er zijn veel mensen op straat, wandelend, fietsend en ook veel hardlopend. Dagelijks en laagdrempelig bewegen als alternatief voor de sportschool en om tussen het videovergaderen en kinderen verzorgen nieuwe energie op te doen. Een prima ontwikkeling en mogelijk blijvend. Want volgens het KIM wil 20% structureel meer gaan lopen en fietsen dan voor de coronacrisis.
Maar wat buiten ook opvalt is dat het 1,5 meter afstand houden op straat momenteel nog niet makkelijk is. Fiets- en voetpaden zijn te smal om elkaar veilig te kunnen passeren. En nog meer dan voorheen wordt openbare ruimte gebruikt door geparkeerde auto’s, zodat naast de stoep en het fietspad weinig ruimte is om uit te wijken.
We merken dan ook dat in veel steden – in het buitenland nog meer dan in Nederland – druk wordt gezocht naar maatregelen om op verantwoorde wijze meer ruimte te creëren voor fietsers en voetgangers. Rijstroken worden (tijdelijk) omgebouwd naar ruimte voor fietsers en voetgangers. Dit maakt het niet alleen mogelijk om de 1,5 meter afstand te houden, maar maakt het lopen en fietsen ook aantrekkelijker. Goede stappen dus die navolging verdienen. Met als lonkend perspectief dat ook wanneer de coronabeperkingen worden verminderd er meer gelopen en gefietst wordt. Welke gemeenten willen hier met ons mee aan de slag gaan?
‘Strategieën wil ik tactisch en praktisch overbrengen. Ik bijt me vooral vast in verkeer- en vervoersprocessen waarbij een verscheidenheid van belangen en belanghebbenden in het geding zijn. Als teamspeler draag ik actief bij aan oplossingen en sta ik open voor ideeën van anderen.’