Jaren terug haalde een jonge man zonder armen op een aangepaste fiets mij in. Dit veranderde mijn kijk op wat een fiets, een fietser en fietsen is. Fietsuitvindingen als bakfietsen, duofietsen, fietstaxi’s, transportfietsen en aanhangers, gecombineerd met elektrische trapondersteuning en navigatiesystemen maken het mogelijk om een groot deel van onze verplaatsingen op een fiets-achtig voertuig te doen.
Ik vind het tijd dat we in Nederland massaal het idee gaan omarmen dat meer mensen een fiets kunnen bedienen dan je in eerste instantie denkt; dat een fiets meer is dan alleen de klassieke omafiets en dat op die manier veel meer soorten verplaatsingen per fiets mogelijk zijn. Je kunt verder naar je werk fietsen dan je denkt; op familiebezoek 15 km verderop met de kinderen kan ook op de fiets met de juiste materialen; een grote hoeveelheid spullen kan mee met de buurtbakfiets; en mensen die niet meer mobiel genoeg zijn om zelf te fietsen, kunnen wel mee met een duofiets, een riksja of een fietstaxi. Waarom we dit zouden moeten omarmen vraag je je af? Vooral omdat fietsen bijzonder energie-efficiënt is, maar ook omdat het minder overlast voor anderen veroorzaakt (ruimte, veiligheid) en er (bijna) geen CO2 uitstoot mee gemoeid is.
Overheden, bedrijven en instellingen kunnen de toegang tot de juiste fiets-achtigen veel verder faciliteren dan tot nu toe gebeurt. Er bestaan prima aangepaste fietsen; mensen helpen op het idee te komen dat dat ook iets is dat bij hen zou kunnen passen is natuurlijk een kunst. Positieve voorbeelden, dicht bij mensen, zijn daarbij cruciaal. Ook zullen de berijders van deze fietsen in spé extra vaardigheden en ervaring op moeten doen met de nieuwe fiets-achtigen. Op een e-bike stappen is echt anders dan op een conventionele fiets stappen en rijden op een driewieler is weer heel anders. Of wat te denken van een bakfiets, of deze nu twee of drie wielen heeft en wel of geen trapondersteuning, je moet even wennen. Ook een aanhanger aan je fiets is even wennen. En voor de één gaat dat sneller en vanzelfsprekender dan voor de ander. Net zoals het leren fietsen bij kinderen voor de één sneller gaat dan voor de ander, en ieder daarin een eigen pad heeft.
Ik zie vanuit deze gedachte dat fietsmobiliteit en sociale veerkracht elkaar met creativiteit kunnen ontmoeten. En geloof dat we daarmee bijna iedereen in de toekomst kunnen laten genieten van de lol van fietsen, met energiebesparing, gezondheidswinst en minder overlast van verkeer als bonus. Hebt u interesse om verder in gesprek te gaan over dit onderwerp, dan hoor ik graag van u!
Deze tekst verscheen in een verkorte vorm in het Jaarmagazine van Zet.