De kranten staan de laatste tijd vol met alarmerende berichten over gezinnen die het financieel niet meer redden door de inflatie en vooral de hogere energiekosten. Dit betekent dat ook de betaalbaarheid van mobiliteit voor een steeds grotere groep een probleem wordt.
Mobiliteitsarmoede en kansenongelijkheid nemen hierdoor toe. Wat we echter zien dat hier in Nederland nog geen enkele actie op wordt ondernomen. Het Rijk verlaagde wel de accijnzen op fossiele brandstoffen en daarmee de autokosten (à 2,3 miljard euro). Maar om het ov betaalbaar te houden gebeurde er niets.
Sterker nog, vervoerders en ov-autoriteiten zullen hun tarieven in het nieuwe jaar verder verhogen. In een aantal regio’s is al besloten tot een tariefstijging met ruim 7% en de tarieven van NS gaan in 2023 5-6 % omhoog. Dit terwijl van de 20% huishoudens met de laagste inkomens meer dan 60% geen auto heeft en dus afhankelijk is van het ov.
Vervoerders en ov-autoriteiten treffen hier geen blaam. Zij beschikken niet over de mogelijkheden om inkomsten te genereren en substantiële bedragen te herverdelen. Het rijk heeft deze mogelijkheden wel. En het voorbeeld van Duitsland laat zien dat het anders kan. In de zomermaanden werd het experimentele 9 euro-ticket gehanteerd en vanaf januari kan iedereen voor € 49,- per maand reizen door heel Duitsland.
Naast de directe effecten op mobiliteit leverde de pilot van afgelopen zomer ook een schat aan gegevens op. Enerzijds bleken reizigers hun eigen auto te laten staan waarmee positieve effecten werden bereikt op het gebied van klimaat en energie. Anderzijds bleken mensen met lage inkomens meer dan gemiddeld van het goedkope aanbod gebruik te maken. Of zoals onderzoekster Claudia Hille het formuleert: “De resultaten van ons onderzoek laten het op indrukwekkende wijze zien: het ticket van € 9,- heeft mensen met een laag inkomen vaak toegang gegeven tot mobiliteit en dus maatschappelijke participatie die voorheen voor hen niet mogelijk was”.
Tijd om in Nederland ook de bakens te verzetten en het ov als beter betaalbaar alternatief aan te bieden. Grote groepen in de samenleving hebben hier behoefte aan en tegelijkertijd stimuleert dit duurzame en energiezuinige mobiliteit.
‘Strategieën wil ik tactisch en praktisch overbrengen. Ik bijt me vooral vast in verkeer- en vervoersprocessen waarbij een verscheidenheid van belangen en belanghebbenden in het geding zijn. Als teamspeler draag ik actief bij aan oplossingen en sta ik open voor ideeën van anderen.’