Voor haar afstudeeropdracht gaat Dirkje Bogerd op zoek naar het antwoord op bovenstaande vraag. De studente Transport, infrastructure and logistics aan de TU in Delft is half februari begonnen met haar stage bij Mobycon.
Ze heeft het literatuuronderzoek afgerond en is gestart met de data-analyse. In dit artikel deelt ze graag haar bevindingen tot nu toe.
Binnen gemeenten en overheden is een shift te zien in het gebruik van transportsystemen. Waar eerst meer focus lag op het toevoegen van transportmogelijkheden, wordt er nu steeds vaker gekeken naar de consequenties van transportsystemen. Zo kiezen gemeenten er bijvoorbeeld voor om vraagafhankelijk vervoer in te zetten in plaats van een vaste buslijn als er maar weinig mensen gebruik maken van de bus.
Vraagafhankelijk vervoer is dan een duurzamer alternatief. Vraagafhankelijk vervoer is namelijk een systeem dat alleen rijdt als het is aangevraagd door reizigers. Het bekendste voorbeeld van vraagafhankelijk vervoer is een belbus, maar er zijn ook andere voorbeelden zoals de Spijkhopper – waar Dirkje in haar onderzoek naar kijkt.
Eerder onderzoek naar het vervangen vanvaste buslijnen door vraagafhankelijk vervoer toont aan dat er minder mensen gebruik maken van vraagafhankelijk vervoer in vergelijking met een vaste buslijn. Het is echter onbekend welke reizigers hier wel en niet gebruik van maken.
Het is belangrijk om inzichtelijk te maken wie de reizigers zijn die er wel gebruik van maken en wie niet. Dit omdat er een kans bestaat dat reizigers die eerst in de bus zaten, geen gebruik maken van vraagafhankelijk vervoer. Dat zijn dan reizigers die misschien helemaal niet meer reizen, waardoor zij wellicht vervoersarmoede ervaren – wat uiteindelijk kan leiden tot sociale uitsluiting.
Daarom is het belangrijk om te onderzoeken wat de gevolgen zijn van het implementeren van vraagafhankelijk vervoer in plaats van een vaste buslijn. Allereerst is het belangrijk om te onderzoeken wat de relatie is tussen vraagafhankelijk vervoer en vervoersarmoede. Daarna kunnen indicatoren bepaald worden die kunnen wijzen op vervoersarmoede. Deze indicatoren worden toegepast in het case study gebied waar een buslijn is vervangen. Parallel wordt er een analyse van het reizigersgedrag voor en na implementatie uitgevoerd. Zo kan de relatie tussen vervoersarmoede en vervanging worden onderzocht.
Om te begrijpen waar deze gedragsveranderingen vandaan komen en in de toekomst het systeem van vraagafhankelijk vervoer te optimaliseren, wordt het gesprek aan gegaan met de reizigers. Hierin zullen de barrières die reizigers ervaren naar voren komen, maar ook redenen voor reizigers om het juist wel te gebruiken.
Hieruit volgt een advies met potentiële aanpassingen aan het systeem die ervoor kunnen zorgen dat de mensen die een groter risico hebben op vervoersarmoede in de toekomst gemakkelijker en vaker gebruik kunnen maken van vraagafhankelijk vervoer. Hopelijk wordt op deze manier het vraagafhankelijk vervoer toegankelijk voor de reizigers en kan het juist de vervoersarmoede laten afnemen.
Na de data-analyse gaat Dirkje verder met nog een deel kwalitatief onderzoek. Half september zal ze haar afstudeerstage afronden.
‘Strategieën wil ik tactisch en praktisch overbrengen. Ik bijt me vooral vast in verkeer- en vervoersprocessen waarbij een verscheidenheid van belangen en belanghebbenden in het geding zijn. Als teamspeler draag ik actief bij aan oplossingen en sta ik open voor ideeën van anderen.’