Deelauto’s in Groningen
Gemeente Groningen wil meer ruimte maken voor recreëren, beleven en ontmoeten. ‘Deelmobiliteit kan daaraan bijdragen’, zegt Stijn Ringnalda, beleidsadviseur verkeer & vervoer van de Gemeente Groningen. ‘Auto’s staan vaak voor 99 procent van de tijd stil op straat. Als bewoners meer vervoersmiddelen delen, dan neemt het bezit ervan af. We schakelden de deskundigheid in van Reframe en Mobycon om een adviesrapport op te stellen voor het stimuleren van het gebruik en aanbod van deelauto’s.’
In Groningen nemen de inwonersaantallen en mobiliteitsbewegingen toe. De gemeente wil niet dat het autobezit meegroeit en zet daarom in op autodelen. ‘Samen met Reframe en Mobycon bepaalden we eerst onze visie en doelstellingen voor de lange termijn en bedachten we oplossingen’, zegt Ringnalda. ‘Hoe stimuleren we het delen van auto’s? En met welke methoden en instrumenten evalueren we het beleid?’
‘Er ligt een dik adviesrapport vol concrete uitvoeringsmaatregelen, dat ons veel richting geeft’, concludeert Ringnalda. ‘Zo zijn er ideeën om ons parkeer- en vergunningenbeleid beter in te richten op autodelen. Ook gaan we onze inwoners informeren over de vele voordelen van deelauto’s. Ze zijn bijvoorbeeld altijd beschikbaar en vaak goedkoper en duurzamer dan een eigen auto. Om het gebruik te stimuleren willen we experimenteren met gratis proefritten. Al deze plannen presenteren we in het Uitvoeringsprogramma Deelauto in 2022.’
De samenwerking
‘Het was fijn dat we tijdens dit creatieve proces samen konden sparren. Ook hielden we elkaar goed op de hoogte. Als gemeente waren we op zoek naar dé gouden maatregel, waardoor iedereen morgen in een deelauto rijdt. Zo’n gouden maatregel is niet realistisch. Nu ligt er een compleet en deskundig rapport met concrete acties en maatregelen, waarmee we de komende tijd vooruit kunnen.’
‘De invloed van mobiliteit op onze samenleving is groot. Niet het blik maar de mens moet centraal staan als we ons bezig houden met de inrichting van openbare ruimte en vormgeving van mobiliteitsbeleid. Mobiliteitsvraagstukken bekijk ik integraal met oog voor de menselijke factor.’