Fietsen stimuleren met initiatieven van bewoners

Wereldfietsstad Amsterdam

De opdracht

Gemeente Amsterdam werkt samen met haar bewoners aan een gezonde, bereikbare en aantrekkelijke stad. ‘In sommige buurten wordt nog relatief weinig gefietst. We willen het fietsgebruik stimuleren met fietsinitiatieven van Amsterdammers’, zegt Koen van ’t Hof, manager Het Nieuwe Fietsen bij gemeente Amsterdam. ‘Mobycon hielp ons bij het opstellen van een afwegingskader om te beoordelen welke ideeën van bewoners in aanmerking komen voor financiering.’

*Met dank aan Rita Gemerts van RAY-action voor de foto.

Het werk

Mobycon organiseerde twee werksessies waarbij de stadsdelen en de GGD samen de criteria voor fietsstimuleringsmaatregelen formuleerden. ‘Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om kinderen op jonge leeftijd de voordelen van fietsen te laten ervaren en hun ouders erbij te betrekken’, geeft Van ’t Hof aan. ‘Bewonersinitiatieven kunnen onder meer gericht zijn op het vergroten van de fietsvaardigheden, het aantrekkelijk maken van fietsen of fietsreparatie.’

 

Het resultaat

‘Aan de hand van de opgestelde criteria kunnen stadsdelen een weloverwogen besluit nemen welke fietsinitiatieven van Amsterdammers kansrijk zijn en een financiële bijdrage krijgen. Zo sluiten we willekeur uit. Een goed initiatief is bijvoorbeeld fietslessen aanbieden aan vrouwen met een migratie-achtergrond. Dit soort initiatieven zorgt ervoor dat veel mensen (blijvend) kiezen voor de fiets.’

Samenwerking
‘De samenwerking met Mobycon is prettig en professioneel. De deskundige medewerkers weten veel over het stimuleren van fietsgedrag’, geeft Van ’t Hof aan. ‘Wat we zeer waarderen is hun flexibele en proactieve houding. Tijdens het proces ontstonden veel nieuwe ideeën over de juiste aanpak en daarin bewoog Mobycon goed mee. Door deze open mindset zijn we bij de beste aanpak uitgekomen.’

Angela van der Kloof

Strategisch adviseur mobiliteit

‘Stimuleren van het gebruik van de fiets is een mooi instrument om bereikbaarheidsdoelstellingen te halen en tegelijkertijd bij te dragen aan gezondheid, participatie en de kwaliteit van de leefomgeving.’